Het groen is van grote waarde in onze stad. Verbetering van het leef- en woonklimaat vraagt vaak ook om het toevoegen van meer groen en/of om het kwalitatief verbeteren van bestaand groen. Hiervoor lopen verschillende initiatieven die toegelicht worden in het programma Wonen en Leefomgeving (S12, Radicaal vergroenen).
Voor het onderhoud van het wijkgroen zijn per wijk exploitatiebudgetten gereserveerd. De teams Leefomgeving hebben een adviserende rol bij de inzet van deze middelen.
Om het groen te kunnen beheren is het beleid over het groen vertaald naar beheertypen. Elk beheertype heeft haar eigen streefbeeld en bijpassende beheermaatregelen. De functie, het gebruik en de ecologische waarde bepalen het streefbeeld van een beheertype.
Door het radicaal vergroenen zien we een verschuiving ontstaan in de samenstelling van de beheertypen. Het areaal groen wat intensief beheer nodig heeft (o.a. gevelgroen, vaste planten, groen in bakken) neemt toe, met name in het hoogstedelijk gebied. In de woonwijken en buitengebieden wordt het beheer steeds extensiever en vraagt om meer maatwerk, om de biodiversiteit te verhogen.
Het nemen van klimaatbestendige maatregelen zoals aanleg van wadi's en het geven van meer ruimte voor biodivers groen doen we steeds meer. In de grotere groeneenheden was dit goed te combineren, maar we passen dit ook steeds vaker toe tot in de haarvaten van de stedelijke omgeving. De kleine schaal daarvan vraagt om meer kleinschaliger maatwerk
We monitoren de beeldkwaliteit (gebaseerd op basis van ongewenste kruidengroei en zwerfafval). De door de raad vastgestelde kaders zijn C-niveau voor de beeldkwaliteit in de wijken en A-niveau in de binnenstad en winkelcentra. Gemiddeld genomen halen we deze normen, soms ligt de kwaliteit hoger, soms lager.
Het aandeel ecologisch beheerd groen wordt steeds groter, hierdoor zal de natuurwaarde van het groen naar verwachting ook toenemen. Omdat de CROW normering op beeldkwaliteit nog niet is ingericht op natuurwaarden vinden we hier vaker een lagere beeldkwaliteit C-niveau terug. Wat in de traditionele technische wijze van beoordelen vaak als mindere kwaliteit wordt gezien, maar voor de beoogde ecologische doelstellingen juist wenselijk is (meer kruiden = meer biodiversiteit).
We monitoren ook de ecologische kwaliteit. De monitoring op kruidenvegetatie is enige jaren geleden voor het eerst uitgevoerd, een tweede ronde staat voor 2025 op de planning, zodat we een beeld kunnen schetsen van de waarde en ontwikkeling. Om het ecologisch beheer goed vorm te kunnen geven is hiervoor vanaf 2026 een extra FTE opgenomen in de begroting.
De technische kwaliteit van de beplanting (hoe goed is de beplanting) wordt op B-niveau bijgehouden.
De klimaatverandering , de extreme droogte en zware piekbuien is van invloed op het groen. We zien inmiddels dat de uitval bij bestaande beplantingen beperkt is. Wel leidt het tot hogere kosten bij nieuwe aanleg, met name het watergeven en meer uitval na aanplant. Bij aanleg en renovatie van groen houden we rekening met het veranderende klimaat en doen we aanpassingen in de groeiplaatsinrichting en het sortiment om deze klimaatbestendig te maken.
Invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw komen ook in Arnhem voor, met name in het wijkgroen. Met het budget wat hiervoor beschikbaar is zijn we in staat om deze soorten flink terug te dringen. Nieuwe invasieve soorten blijven opduiken, direct aanpakken van deze soorten is het meeste kosteneffectief. Met de huidige beschikbare middelen zullen we deze kunnen beheersen en bestrijden.
Planning
Arnhem heeft veel ambities op het gebied van groen (zie programma Wonen en Leefomgeving S12, Radicaal vergroenen). Deze ambities zullen mede sturing geven aan de planning van het groenonderhoud. Naast het reguliere onderhoud staan de volgende projecten op de planning voor 2026:
Vergroeningsprojecten in de wijken in het kader van de Wijkgroenagenda’s;
Herstel beplantingen oostelijk deel Singels fase 3 (Janssingels t/m Lauwersgrachtpark) ;
Voortzetten van het project aanplanten van extra heesters en struweelgroepen in de wijken in het kader van biodiversiteit (verhogen structuurvariatie) en bestrijden hittestress. in 2026 met name i(n Kronenburg en Vredenbur.;
Biodiversiteitsimpuls structuurvariatie door aanplant van beplantingen in de Droge ecozone van Schuytgraaf.