Een goed functionerend rioolstelsel is van essentieel belang voor de volksgezondheid en het voorkomen van wateroverlast. Het beheer van het rioolstelsel heeft betrekking op een groot aantal verschillende onderdelen zoals, de vrij vervalriolering met bijbehorende (infiltratie)putten, persleidingen en gemalen, huisaansluitingen, drainage, kolken en lijngoten. Maar ook het aanpassen van de bovengrondse inrichting kan bijdragen aan het beter afvoeren of bufferen van regenwater. Dit past ook bij de uitgangspunten van onze Strategie Klimaatadaptatie (‘groen, slim en samen’). Daar waar deze investeringen ook leiden tot een ontlasting van ons rioolstelsel wordt hierin geïnvesteerd en worden deze kosten meegenomen in de rioolheffing
In totaal ligt er circa 800 kilometer vrijvervalriolering in Arnhem. Hiervan is bijna 170 km gemengd (vuilwater gecombineerd met regenwater).
In het beheersysteem maken we onderscheid in gemengde-, vuil- en regenwaterriolen, ieder onderverdeeld in hoofd-/transportriolen en 'gewone' riolen. Op de hoofd-/transportriolen en de riolen onder doorgaande wegen gaan we eerder over tot het nemen van maatregelen dan op andere locaties omdat de risico's daar groter zijn.
Voor de lange termijn planning wordt voor het verwachte moment van vervangen uitgegaan van de theoretische levensduur (dit is de verwachte levensduur voor vrijvervalriolen, de economische afschrijving gebeurt in 40 jaar).Voor de theoretische levensduur van de riolering wordt uitgegaan van een periode van 60 jaar. Er liggen echter ook nog vrij veel riolen uit de periode 1870-1930 met een actuele leeftijd van 90 tot 150 jaar. De langetermijnplanning is dan ook niet meer dan een indicatie van de opgaven die op langere termijn in het verschiet liggen.
Voor de korte termijnplanning wordt uitgegaan van de technische levensduur, de werkelijke toestand van de riolering. Deze werkelijke toestand wordt bepaald door middel van video-inspecties van de rioolstelsels en het beoordelen en classificeren van de leidingen en putten.
De vrijvervalriolen worden periodiek gereinigd en geïnspecteerd. Jaarlijks wordt hiervoor een inspectieplan opgesteld. Reiniging en inspectie is meestal een wijk gebonden activiteit. Doelstelling is om de kans op falen van de riolering te minimaliseren. Op basis van de inspectieresultaten, storingsmeldingen en ontwikkelingen in de stad wordt een rioolvervanginsplanning en daarmee een investeringsplanning gemaakt.
De noodzakelijke investeringen in riolering zijn zoals gebruikelijk langjarig verwerkt in de begroting. Dit betreft zowel vervangingsinvesteringen als investeringen voor aanleg van nieuwe riolering op ontwikkellocaties.
Nadere toelichting op de kostendekkendheid van de rioolheffing is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen.
Als gevolg van klimaatverandering staat de leefbaarheid van onze stad onder druk en zijn er risico’s
voor onze veiligheid, gezondheid en economie. Om deze risico's te beperken worden er maatregelen
genomen om verdere opwarming tegen te gaan én passen we onze leefomgeving aan op de gevolgen
van het veranderende klimaat. Om de ambities zoals opgenomen in de Strategie Klimaatadaptatie
Arnhem uit te voeren zijn er voor de komende vier jaren, met ingang van de jaarschijf 2024, investeringsbudgetten van € 800.000 begroot. De daaruit vloeiende kapitaallasten zijn vanaf de jaarschijf 2025 betrokken bij de rioolheffing en zijn verwerkt in deze begroting.
Het huidige gemeentelijke rioleringsplan (GRP) van de gemeente Arnhem is opgesteld in 2014. Dit GRP is nog altijd van kracht. In de begroting 2019 is aangegeven dat we geen nieuw GRP gaan opstellen in afwachting van de inwerkingtreding van de omgevingswet. De benodigde investeringen voor de watertaak zijn in de tussentijd in de begroting steeds geactualiseerd.
In de omgevingsvisie van de gemeente Arnhem staat het voornemen om nieuw beleid voor water en riolering op te stellen. Daarom zijn we gestart met het opstellen van een water- en riolerings-programma (WRP). Het programma zal beschrijven hoe de gemeente invulling wil geven aan de wettelijke taken van afvalwater, regenwater en grondwater.
Rioolvervangingsopgave
De aanzienlijke rioolvervangingsopgave die eraan zit te komen, hebben we de afgelopen jaren steeds benoemd in de paragraaf kapitaalgoederen van de Begroting. Deze prognose was gebaseerd op de leeftijd van het riool. De levensduur van een riolering kent echter een grote bandbreedte afhankelijk van verschillende factoren. Het moment waarop daadwerkelijke vervanging nodig is, bepalen we op basis van inspectieresultaten zoals hierboven toegelicht. Daarnaast willen we bij de vervangingsplanning zo goed mogelijk anticiperen op andere opgaven in de stad. De verwachting is dat de energietransitie, het recent vastgestelde mobiliteitsplan en de woningbouwopgave mede sturing zullen geven aan het optimale moment voor de rioolvervanging. Deze planning is nu nog onvoldoende in beeld om aan te kunnen geven wat dit voor de planning van de rioolinvesteringen zal gaan betekenen. In het op te stellen WRP willen we dit meenemen. Naar verwachting zullen we het nieuwe WRP in 2026 met uw raad delen. Voor de financiële consequenties kunt u zoals gebruikelijk een voorstel verwachten bij de begroting 2027.
In de begroting zijn structureel middelen opgenomen voor het beheer (exploitatie) en vervanging (investeringen, ca 12 miljoen per jaar) van de riolering. Ook zijn er investeringen gereserveerd voor nieuw aan te leggen riolen in het kader van nieuwbouw. De bedragen van deze investeringen verschillen per jaar, zijn afhankelijk van de bouwplannen en hebben een relatie met de GREX.
Daarnaast is er voor de jaren 2024 t/m 2027 jaarlijks 0,8 miljoen extra investeringsbudget beschikbaar voor klimaatadaptatie. De lasten die dit met zich mee brengt zijn al verwerkt in de huidige rioolheffing.
Rioolheffing
Het op te stellen WRP kan aanleiding geven voor een toename van de benodigde rioolinvesteringen. Naast de extra investeringen die aan de watertaak te relateren zijn, willen we namelijk het tempo van het vervangen van het riool afstemmen op andere opgaven in de stad waarvan de planning nu nog vaak onduidelijk is. Het is daarom niet mogelijk hier nu al een prognose voor te geven. Dit zal op z'n vroegst in 2026 aanleiding geven tot extra investeringen die dan pas in 2027 leiden tot toenemende kapitaallasten. Vervolgens kan nog de afweging worden gemaakt of deze extra lasten worden door vertaald naar de rioolheffing. Deze hoeft immers niet kostendekkend te zijn.
Voor de kosten die aan de rioolheffing mogen worden toegerekend, gelden fiscaal-juridische spelregels en beperkingen. Kosten zijn alleen toe te rekenen als ze meer dan zijdelings te relateren zijn aan de gemeentelijke zorgplichten voor hemelwater, grondwater en afvalwater.
De kosten die aan de heffing worden toegerekend betreffen veelal investeringen die over een langere periode worden afgeschreven. De kapitaallasten van deze investeringen worden dan in de heffing opgenomen. Het effect op de hoogte van de heffing is daardoor beperkt, maar wel structureel van aard. In geval van projecten en ontwikkelingen in de stad geldt eveneens dat de aan de watertaak te relateren kosten aan de heffing kunnen worden toegerekend. Dit zou kunnen leiden tot een verdere stijging van het tarief van de heffing en daarmee een hogere lastendruk voor de bewoners en bedrijven.
Bij de keuze om deze kosten door te berekenen in de rioolheffing is het van belang dat wordt onderbouwd waarom deze kosten bijdragen aan de watertaak. Ook dient expliciet een belangenafweging te worden gemaakt (maatschappelijke baten project vs. belastingdruk).
Investeringen nominaal Riool
x € 1.000,00
Planning
In 2026 gaan we o.a. verder met met de reparatie van het gemetselde riool in de Sonsbeeksingel en lopen de rioolprojecten in de de Spijkerbuurt nog door Daarnaast gaan we met enige vertraging starten met de projecten Kroonsewal, Hommelseweg, , Hartogslaan, Ook staan drioolwerkzaamheden in Bakenberg en aan de Sparrenweg op het programma. Daarnaast is er het noodzakelijk onderhoud aan de gemalen en nemen we maatregelen om wateroverlast te beperken