Paragrafen

Lokale heffingen

Uitgangspunten van beleid

In de Begroting en tarieven van 2026 zijn de volgende uitgangspunten verwerkt:

Onroerendezaakbelasting (OZB)

  • De OZB heeft met de WOZ-waarde een grondslag met een lasten verdelende werking. Voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen geldt: hoe hoger de waarde van de woning / het gebouw, des te hoger de te betalen belasting.
  • Elk jaar is een herwaarderingsjaar voor de OZB. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum. De WOZ-waarde is een zo goed mogelijke schatting van de mogelijke verkoopprijs op de waardepeildatum. Voor de belastingen 2026 geldt de waardepeildatum van 1 januari 2025. Op basis van de bij het opstellen van de Begroting bekende waardeontwikkeling verwachten we dat de waarde van woningen tussen 1 januari 2024 (vorige peildatum) en 1 januari 2025 gemiddeld met 11,7 procent is gestegen. Voor niet-woningen verwachten we een waardestijging van 1,2 procent.
  • De OZB-opbrengsten worden jaarlijks met 5 procent verhoogd. In beginsel betekent dit ook jaarlijks een gemiddelde lastenstijging OZB van 5 procent. Als de daadwerkelijke waardeontwikkeling in jaar t-1 echter afwijkt van de bij de tariefberekening voor jaar t-1 verwachte waardeontwikkeling, vindt er in jaar t een ‘inhaaleffect’ plaats, waardoor de lastenstijging in dat jaar afwijkt van de 5 procent.

Bij woningen is dit voor 2025 het geval. De waardeontwikkeling blijkt net iets hoger uit te komen. Hierdoor hebben eigenaren van een woning in 2025 gemiddeld meer OZB betaald dan waar rekening mee werd gehouden. Dit wordt in 2026 gecorrigeerd, waardoor voor 2026 de verwachte gemiddelde lastenstijging OZB voor woningen uitkomt op 4,6 procent. Voor niet-woningen wijkt de daadwerkelijke waardeontwikkeling slechts marginaal af van de bij de tariefberekening verwachte waardeontwikkeling, waardoor hier wel een verwachte lastenontwikkeling van gemiddeld 5 procent geldt. Ook voor 2026 kan de daadwerkelijke waardeontwikkeling afwijken van de waardeontwikkeling waar voor de tariefberekening van uit is gegaan. Met als gevolg dat ook de gemiddelde lastenstijging af kan wijken van wat we nu verwachten. In 2027 zal deze afwijking dan weer gecorrigeerd worden, zodat over een langere periode bezien de lastenontwikkeling OZB gemiddeld 5 procent per jaar is.

Rioolheffing

  • De tarieven van de rioolheffing zijn nagenoeg kostendekkend. Oftewel: de opbrengsten uit rioolheffing zijn (vrijwel) gelijk aan de kosten voor de gemeentelijke watertaken voor afval-, hemel- en grondwater. De begrote opbrengsten uit rioolheffing stijgen in 2026, doordat de hogere kosten voor de gemeentelijke taken in de rioolheffing worden doorberekend. Het gaat hierbij voornamelijk om stijgende kapitaallasten als gevolg van actualisatie van de rioolinvesteringen. Voor een berekening van de kostendekkendheid wordt verwezen naar het onderdeel Kostendekkendheid retributies in deze paragraaf.
  • Bij objecten met leegstand kan het gebruikersdeel van de rioolheffing niet worden opgelegd, waardoor minderopbrengsten ontstaan. De effecten van leegstand verwerken we in de tarieven, door opbrengstderving als gevolg van leegstand te compenseren met een hoger eigenaarstarief.
  • Net zoals de OZB heeft de rioolheffing met de WOZ-waarde een grondslag met een lasten verdelende werking. De rioolheffing volgt de jaarlijkse herwaardering voor de OZB.

Afvalstoffenheffing

  • We werken bij de afvalstoffenheffing vanaf 2026 met drie tarieven: één voor eenpersoonshuishoudens, één voor tweepersoonshuishoudens en één voor huishoudens van drie personen of meer. Hiermee wordt een sterkere relatie gelegd tussen de mate van gebruik en de belasting die iemand betaalt. Tot 2026 was er sprake van twee tariefcategorieën.
  • De kostendekkendheid van de tarieven van de afvalstoffenheffing is stapsgewijs verhoogd naar 95 procent in 2026. Voor de berekening van de kostendekkendheid wordt verwezen naar het onderdeel Kostendekkendheid retributies in deze paragraaf.
  • De begrote opbrengsten uit afvalstoffenheffing stijgen in 2026 daarnaast doordat de hogere kosten voor inzameling en verwerking van huishoudelijk afval in de afvalstoffenheffing worden doorberekend. Het gaat hierbij voornamelijk om aanvullende kosten uit hoofde van de Uitvoeringsagenda Arnhem Schoner en de effecten van prijs-areaalontwikkeling. Vanaf 2027 dalen de kosten van de Uitvoeringsagenda Arnhem Schoner, waardoor de begrote opbrengsten uit de heffing ook afnemen en daarmee de verwachte lasten dalen.

Parkeerbelasting

  • De parkeertarieven worden voor 2026 (zowel het straat parkeren als parkeren in parkeergarages) verhoogd met 2,6 procent (geraamd CPI 2026). Hierdoor ontstaat een hogere opbrengst van € 0,3 miljoen.
  • Daarnaast zijn de begrote opbrengsten uit parkeerbelasting, inclusief vergunningen en naheffingen, voor 2026 geactualiseerd en bijgesteld op basis van de gerealiseerde aantallen van het jaar 2024.

Leges en rechten

  • De tarieven voor paspoorten, Nederlandse identiteitskaarten en rijbewijzen worden in 2026 verhoogd met de stijging van de af te dragen rijksleges en de stijging van de gemeentelijke leges.
  • De tarieven voor de huwelijken/geregistreerde partnerschappen die niet kostendekkend waren, worden verhoogd naar het kostendekkende tarief. Met uitzondering van het tarief voor een huwelijk/geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis. Dit wordt gelijkgetrokken met het tarief voor een huwelijk in de spreekkamer, het laagste reguliere tarief. Daarmee wordt het tarief verhoogd, maar blijft het nog onder het kostendekkende niveau. Reden hiervoor is dat het gaat om een niet gekozen situatie, zoals een huwelijk in het ziekenhuis. De tarieven die boven de kostprijs zitten, worden niet verlaagd, maar wel geïndexeerd met 2,6 procent.
  • De vermissingsleges (rijbewijzen) komen te vervallen.
  • Voor de overige leges en voor de rechten geldt dat de tarieven in 2026 worden verhoogd met 2,6 procent (geraamd CPI 2026). Uitzondering hierop zijn de tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt of waar door verhoging de juridische norm van maximaal kostendekkend zou worden overschreden.
  • Voor een overzicht van de kostendekkendheid van de leges wordt verwezen naar het onderdeel Kostendekkendheid retributies in deze paragraaf.

Toeristenbelasting

  • De tarieven van de toeristenbelasting stijgen in 2026 met 2,6 procent (geraamd CPI 2026).

Belangrijke ontwikkelingen

WOZ-bezwaren
Het aantal bezwaren tegen de WOZ-waarde ligt in 2025 fors lager dan in piekjaar 2023 en ook lager dan in 2024. De minder sterke waardestijging is daarvoor waarschijnlijk een belangrijke oorzaak. Daarnaast hebben de per 1 januari 2024 ingevoerde maatregelen om de rol van de no-cure-no-pay bureaus in te perken mogelijk hun effect. De komende jaren zal duidelijk worden op welk niveau het aantal WOZ-bezwaren zich structureel zal ontwikkelen.

Voormeldingen (raadsbrief zaaknummer 4599820)
In de zomer van 2025 zijn we gestart met het werken met 'voormeldingen’ voor de WOZ (Waardering
onroerende zaken). Dat betekent dat we actief woningeigenaren benaderen voor informatie over een aantal kenmerken van hun woning. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over de staat van onderhoud van de badkamer en de keuken, welk type glas er in de woning zit, of er een kelder aanwezig is en of er gebreken zijn aan de woning. Door woningeigenaren invloed te geven op (een deel van) de basisgegevens die nodig zijn om de WOZ-waarde te bepalen hopen we als gemeente een beter beeld te krijgen van de betreffende woningen. De verwachting is dat dit de acceptatie van de WOZ-waarde verhoogt en het aantal bezwaar- en beroepszaken (verder) vermindert. We anticiperen hiermee ook op landelijke wetgeving waardoor deze uitvraag naar verwachting verplicht wordt.
In totaal gaat het om circa 24.000 woningen, waarvan de eigenaar één keer in de vier jaar aangeschreven gaat worden met het verzoek om via de digitale belastingbalie vragen over de kenmerken van hun woning te beantwoorden. Dat betekent dat we vanaf dit jaar dus jaarlijks zo’n 6.000 woningeigenaren
gaan aanschrijven. Woningeigenaren zijn niet verplicht om mee te werken.

Onderzoek brede rioolheffing (raadsbrief zaaknummer 4386818)
Via de rioolheffing worden de kosten verhaald die te maken hebben met de watertaken van de gemeente: de afvoer van hemelwater en vuil water, maar ook van kosten die te maken hebben met droogte en grondwaterstand en het voorkomen van wateroverlast (klimaatadaptatie). Iedereen
binnen de gemeentegrenzen heeft hier, bewust of onbewust, collectief en individueel profijt van. Sinds een aantal jaren is het dan ook mogelijk om de verordening rioolheffing zo in te richten dat iedereen in de heffing wordt betrokken, ongeacht of men wel of niet afvoert via of aangesloten is op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Een aantal gemeenten in Nederland is ondertussen hiertoe overgegaan. Ook een aantal gemeenten in onze regio onderzoeken dit momenteel.
In Arnhem heffen we nu nog rioolheffing als er sprake is van een aansluiting op of het afvoeren via de gemeentelijke riolering. De hiervoor geschetste ontwikkelingen geven aanleiding om te onderzoeken of een brede rioolheffing ook voor Arnhem wenselijk en haalbaar is. Dit onderzoek loopt nog.

Deze pagina is gebouwd op 09/17/2025 11:22:26 met de export van 09/17/2025 11:04:00