Onderwijs

De begroting in 2026 daalt met €1,7 miljoen ten opzichte van 2025. Dit wordt met name veroorzaakt door het aflopen van de incidentele middelen voor de SPUK Kansrijke wijk wat voor een lastenverlaging zorgt van €2,0 miljoen. Wanneer definitieve besluitvorming over continuering heeft plaatsgevonden zal dit in de begroting worden verwerkt. Daarnaast worden projecten waarvoor de rijksmiddelen van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) zijn ontvangen afgerond in 2025, waardoor de lasten vanaf 2026 niet meer nodig zijn. Hier staat tegenover dat er middelen zijn toegevoegd in 2026 voor twee pilots voor passende BSO en voor het verruimen van de sociaal medische indicatie (fase 2). Ook is er extra capaciteit beschikbaar gesteld om laaggeletterdheid onder kinderen te voorkomen vanuit de motie 25M131.
De lasten in 2027 dalen verder met name als gevolg van het wegvallen van de incidentele middelen voor de Rijke Schooldag. De verdere daling na 2027 wordt vooral veroorzaakt door het niet meer begroten van incidentele middelen voor schoolmoestuinieren en het vervallen van de bijdrage vanuit het programma Perspectief voor de jeugd.

De daling vanaf 2026 wordt met name veroorzaakt doordat een deel van de VSV maatregelen vanaf 2026 in regionaal verband worden uitgevoerd en bekostigd. Hierdoor drukken deze niet langer op de gemeentebegroting, waardoor het lastenniveau met € 1,5 miljoen afneemt na 2025. Daarnaast waren de incidentele rijksmiddelen voor maatschappelijke diensttijd toegekend tot 2025, wat ook voor lastenverlaging zorgt in 2026 en verder. Hier staat tegenover dat er extra middelen beschikbaar zijn gesteld voor taalrijk opgroeien (25M158).
De verdere daling in 2027 en verder wordt vooral veroorzaakt doordat de middelen vanuit het Nationaal Programma Arnhem Oost voor begeleiding en coaching in de huidige bestuursperiode incidenteel zijn en daarom niet meer op de jaarschijf 2028 en verder drukken.

De begroting stijgt de komende vier jaar met ruim €7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de dekking van het IHP die plaatsvindt via een ingroeimodel. Hierdoor neemt de stelpost onderwijshuisvesting in 2026 toe met € 1,2 miljoen. Dit loopt cummulatief op naar € 4,8 miljoen in 2029. Daarbij komt dat door de geplande investeringen in onderwijshuisvesting de kapitaallasten toenemen met € 1,9 miljoen in 2026 oplopend naar € 4,3 miljoen in 2029. Verder dalen de kapitaallasten van bestaande scholen door lineair afschrijven. Dit verschil van € 202.000 in 2028 oplopend naar € 379.000 in 2029 is toegevoegd aan de stelpost als dekking voor toekomstige vervangingsinvesteringen. Ook is er in 2026 incidenteel €1,2 miljoen beschikbaargesteld voor het beheer van de MFC's.
Hier staat tegen over dat de lasten vanaf 2026 met € 1 miljoen afnemen doordat in 2025 eenmalig budget is geraamd voor het herstel van het dak van het Olympus college. Ook nemen de lasten in 2026 af met € 0,6 miljoen vanwege de eenmalige terugbetaling van OZB-lasten in 2025 voor het Lorentz college. Daar komt bij dat op basis van het meerjaren onderhoudsplan variëren de jaarlijks kosten voor het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed, waardoor de lasten vanaf 2026 structureel dalen met € 0,6 miljoen.

In 2025 zijn de laatste middelen van de specifieke uitkering Nationaal Programma Onderwijs (NPO) besteed, hierdoor worden geen baten meer ingerekend vanaf 2026 en verder.

Vanaf 2026 wordt een deel van de VSV maatregelen in regionaal verband uitgevoerd en bekostigd. Hierdoor drukken deze niet langer op de gemeentebegroting, waardoor de baten met € 1,5 miljoen afnemen. Daarnaast zijn de incidentele rijksmiddelen voor maatschappelijke diensttijd toegekend tot en met 2025, waardoor de baten € 280.000 afnemen vanaf 2026.

Bij het besluit over het herstel van het dak van het Olympus college gaan we er vanuit dat de aanvullende lasten van € 300.000 uiteindelijk worden gedragen door het schoolbestuur. Hiervoor is incidenteel een opbrengst geraamd in 2025, waardoor het opbrengstenniveau vanaf 2026 structureel lager is ter omvang van dit bedrag.
Daarnaast dalen de geraamde servicekosten op MFC's met € 209.000 vanaf 2026.

De toevoegingen aan de reserve schommelen gedurende de jaren omdat de toevoeging afhangt van de investeringsplanning en realisatie van het IHP.

De daling van de onttrekking wordt met name veroorzaakt doordat er in 2025 een incidentele onttrekking was begroot vanuit het programma perspectief voor de jeugd. Deze is vanaf 2026 niet meer noodzakelijk waardoor de onttrekking met circa € 0,2 miljoen daalt.
De verdere daling in 2027 heeft vooral te maken met de technische verwerking van de verdeling van middelen voor het schoolmoestuinieren.

Op basis van het jaarprogramma onderwijshuisvesting 2026 nemen de kapitaalllasten en daarmee de onttrekkingen aan de bestemmingsreserve onderwijs toe met € 0,9 miljoen in 2026, oplopend naar circa € 5,6 miljoen in 2029.
Daar tegen over staat dat de lasten voor planmatig onderhoud en de dekking uit de onttrekking varieert jaarlijks naar gelang de onderhoudsactiviteiten. Dit zorgt ten opzichte van 2025 voor een verlaging van de onttrekking van circa € 1 miljoen per jaar.